Het tafereel van de boodschap aan Maria is zo vaak geschilderd en in verschillende vormen.
Het is het verhaal van het grote begin. Over negen maanden vieren we kerstmis, negen maanden na de conceptie.
Maria is in het evangelie enkele keren vermeld. In Nazareth begint haar angelus gebed. Vandaar af begeleidt ze ons op de weg van de blijde mysteries, deze van het licht en daarna deze van de lijdensweg. Ze neemt ons uiteindelijk mee naar deze van de verheerlijking.
Zij die bij Lucas aan het begin staat van het leven van Jezus en door de heilige Geest wordt overschaduwd is er opnieuw bij wanneer de apostelen en een grote groep mannen en vrouwen bij het Pinksterfeest wachten op de komst van de Geest. De moeder van Jezus is eveneens de moeder van de kerk. Als eerste gelovige helpt ze ons om trouw te zijn aan het geloof in Jezus en mee te werken aan zijn werk.
In dit van Eyck-jaar kijken we naar Maria met de ogen van deze meester. Hij heeft een aantal keren de Moeder van Jezus geschilderd. We vinden Maria tweemaal op het retabel van de gebroeders van Eyck. Aan de achterkant hebben ze de boodschap uitgebeeld. Aan de voorkant zien we Maria en Johannes de Doper, links en rechts van de Vader.
Wat klein is begonnen, eindigt bij de verheerlijking en de aanbidding van het Lam in het hemelse Jeruzalem.
Keren we terug naar de achterkant van het retabel, naar de begroeting van de engel en naar Maria, overschaduwd door de heilig Geest. Dartussen hebben we een beeld van de kamer en een zicht op de stad.
Wat was Maria aan het doen, toen de bode kwam? Was zij aan het bidden, het Sjema gebed dat de gelovige jood elke dag bidt? Dacht zij aan andere Joodse vrouwen die in de geschiedenis een rol hadden, aan Hannah de moeder van Samuel of aan Esther die voor haar volk ten beste sprak bij de koning? Of was ze bij de dorpsbron in Nazareth waar vrouwen het water putten of dacht ze aan Jozef, met wie ze verloofd was?
Geroepen in het leven van elke dag
Of was Maria gewoon bezig met huiselijke taken? De schilders van het retabel van het Lam Gods plaatsten in een nisje een koperen waterketel, een kom en een handdoek. De handdoek, we zouden er niet op letten, mocht de gids er niet de aandacht op gevestigd hebben.
Ja, een handdoek, we kunnen deze niet missen. Hoe dikwijls hebben we hem niet nodig nadat we vaatwerk hebben gebruikt en wanner we onze handen willen afdrogen?
In mei is er een tentoonstelling in het van Eyck jaar over de handdoek op het paneel. Op internet kan je dit lezen: “De Gentse installatie- en videokunstenaar Honoré d’O laat zich inspireren door de handdoek in de annunciatiescène op één van de buitenluiken van het Lam Gods. In het detail van de handdoek schuilen de thema’s zorg, voorbereiding, intimiteit, stilte, zuiverheid en reinheid.
Honoré d’O grijpt deze thema’s aan om een Van Eyck-installatie te maken en bezoekers mee te nemen in het verhaal van de aankondiging. Zijn installatie benadrukt de kenmerken van de kerkarchitectuur om deze gevoelens bij de bezoeker op te roepen. Hedendaagse ingrepen zoals foto’s, sculpturen en video moeten dan weer de aandacht aanscherpen. Het wordt een unieke en op maat gemaakte expo voor de Sint-Jacobskerk. Regelmatig zullen klassieke concerten van diverse muzikanten en ensembles de installatie opluisteren en muzikaal versterken.”
Een handdoek verwijst naar de huiselijke taken. Een Algerijnse vrouw die als volwassene werd gedoopt en toen koos voor de naam Myriam, heeft in haar keuken in de Provence dit gebed hangen: Notre Dame des tâches monotones.
Notre-Dame de partout,
de la foule entassée, de la foule affairée,
les mêmes bus, les mêmes trains,
les mêmes pas pressés, aux abords du marché...
Mêmes rires, mêmes peines.
Nous sommes bien tous les mêmes !
Prends nos soucis quotidiens, en guise de litanies.
Notre-Dame des tâches monotones,
Notre-Dame des lessives sans fin,
Notre-Dame des jours sans joie,
Notre-Dame des nuits sans repos,
Notre-Dame des lendemains incertains,
Notre-Dame des fins de mois sans argent,
Notre-Dame des années sans vacances...
Ménagère sans façon, voisine sans histoire,
disponible à toute heure et tenace à la tâche :
de ton Noël de mal logée au dénuement de nos taudis,
de tes angoisses de mère à nos tracas pour les enfants,
de tes menus services aux gestes de notre entraide,
de ta vie pauvre mais joyeuse à nos envies, à nos calculs,
je te salue Marie...
Louis Rétif
Onze Lieve-Vrouw van de alledaagse taken,
Onze Lieve-Vrouw van wasbeurten zonder eind,
Onze Lieve-Vrouw van nachten zonder rust,
Onze Lieve-Vrouw van onzekere ochtenden,
Onze Lieve-Vrouw van einde maand met de lege portemonnee,
Onze Lieve- Vrouw van jaren zonder vakantie,
Huishoudster zonder tel, buurvrouw zonder geschiedenis,
Beschikbaar voor elke buur en volhardend in je opdrachten.
Je hebt een kerstdag beleefd, slecht ondergebracht in een armzalige krot.
Moeder met zorg om wat kinderen meemaken en om het spel dat wij erover maken,
Vrouw met een bescheiden oprechte inzet terwijl wij uitpakken met onze hulp,
Vrouw met een armmoedig en toch dankbaar leven, terwijl wij rekenen en willen schitteren.
Maria, Lieve-Vrouw, ik groet u en zeg met velen: Weest gegroet Maria.
De engel Gabriël meldt aan Maria dat haar nicht (of haar tante) Elisabeth een zoon verwacht. Het is Johannes de Doper, die tweemaal op het retabel staat, dat Van Eyck schilderde de Vydt kapel in de Gentse Sint Janskerk.
Maria sluit zich niet op in zichzelf. Ze gaat op weg naar haar nicht. Het blijde nieuws dat God met zijn volk begaan is, moest verkondigd worden, maar ze ging ook wel om te helpen. Zwangere vrouwen hebben elkaar zoveel te vertellen.
Ik ben maar gekomen, mijn lieve nicht,
Al waren het donkere nachten,
Want moeders te helpen ben ik verplicht,
Geen vrouw zal vergeefs op mij wachten:
Ik ben trouw als de komst van het licht.
Anton van Duinkerken, Maria bij Elisabeth
Engelen in de buurt
In dit jaar 2020, het Coronajaar, vieren we het feest van O.L. Vrouw boodschap in heel speciale en bezorgde tijden. We vieren het alleen of in de huiskring, en toch verbonden door de moderne media. “Gabriël is patroon van de post, telegraaf- en telefoondienst; sinds 1951 ook van persagentschappen, nieuwsdiensten, radio- en televisiemedewerkers; van boodschappers, brievendragers, postboden en krantenbezorgers” (Heiligennet).
Wij kunnen de media gebruiken om elkaar te ondersteunen en het goede woord door te geven, om elkaar te begroeten met een oprecht ave, om te helpen. Veel mensen hebben in deze moeilijke dagen reeds hun dank betuigd aan wie klaar staan om anderen te helpen.
Onder uw mantel
De handdoek van Van Eyck kan een associatie oproepen met de schort van ons moeder. Vandaar dit gedicht, afgetapt op internet (vrouwenvereniging.wordpress.com; nl.pinterest.com pin).
Over de schort van ons moeder
Wil ik jullie iets vertellen
Hij is heel simpel, maar is meer
Dan heel veel dure bontvellen.
De schort van ons moeder
Die was van katoen
Die droeg ze alle dagen
Zo was ze in haar doen.
Ons moeder droeg een schort
Een bonte door de week
Een witte voor de zondag
Die dan heel deftig leek.
Ik zie de schort van ons moeder
Met brood er tegenaan
Daar tikte ze een kruisje tegen
Anders kon ze niet snijden gaan.
De schort van ons moeder
Daar kroop ik heel graag onder
Als ik verlegen was
Of bang voor bliksem en donder.
Onder de schort van ons moeder
Maar dat werd ons verzwegen
Zat ieder jaar een kindje
Die zorgen hebben wij niet meegekregen
Ons moeder heeft op haar schort
Al heel wat luiers gespeld
De ene kleine was nog niet droog
Of van de andere was ze alweer uitgeteld.
Met de schort van ons moeder
Onderaan, de rechtse tip
Poetste ze onze oren
Of veegde de kruimels van onze lip.
De schort van ons moeder
Was altijd bij de hand
We veegden er zelfs de snotneus mee af
We waren vaste klant.
In de schort van ons moeder
Dat heb ik nog niet verteld
Werden de aardappels geschild
En de doperwten gepeld.
Als de schort van ons moeder
Versleten was tot op de draad
Was die als stof- of schoteldoek
Nog steeds heel wat waard
Onder de schort van ons moeder
Zaten niet de duurste kleren
Maar klopte er een heel groot hart
Waar wij nog veel van kunnen leren
Onder de schort van ons moeder
Daar kruip ik niet meer onder
Ik ben niet meer verlegen
Of bang voor bliksem en donder.
Onder de schort van ons moeder
Daar zat een heel goed mens
Die ons heeft gevormd zoals we zijn
Want dat was immers haar grootste wens.
Als ik denk aan de schort van ons moeder
En wat ze er allemaal mee deed
Dan kom ik tot de conclusie
Dat dat liefde heet
De schort kan ons bij de mantel van Maria brengen, bij wie wij onze bescherming en toevlucht nemen.