×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
De mensen, heidenen en Joden, hebben in de loop van de tijd veel namen gegeven aan hun God: de schepper, de almachtige, de wre¬ker. Maar de christenen hebben aan God een naam gegeven die je in de andere godsdiensten niet terugvindt. ‘Onze God', zo zegt Paulus, ‘is de God, die Jezus uit de dood heeft opgewekt'. In de verrijzenis van Jezus wordt het diepste van Gods wezen zichtbaar. Onze God bezit zozeer de volheid van het leven, dat Hij aan doden eeuwig leven kan schenken.

Als je aan christenen zou vragen: in welke God geloof je? Dan hoe¬ven zij geen lange verklaringen af te leggen; zij kunnen het wezen¬lijke van hun geloof in één zin samenvatten; onze God wekt doden ten leven op. Dat is het meest ongelooflijke wat onze God doet.

Wij kunnen proberen de dood terug te dringen naar de rand van de maatschappij, wij kunnen doen alsof de dood niet bestaat, wij kun¬nen de dood bewust doodzwijgen. Maar telkens opnieuw, of we willen of niet, worden wij weer met de dood geconfronteerd, heeft de dood schijnbaar het laatste woord. Als we eerlijk zijn moeten wij toch bekennen dat wij de dood reeds dragen in ons bloed, dat wij steeds leven met de dood voor ogen. Wij zien hem dagelijks op de televisie, wij ervaren hem telkens weer ook in onze naaste familie. De dood behoort bij ons menszijn, de aarde brengt mensen voort die te zwak zijn om eeuwig te leven en die van de andere kant toch weer te veel geest in zich dragen om zich eenvoudig bij de dood neer te leggen. De mens is door zijn stoffelijk lichaam aan de vergankelijkheid van de aarde gebonden maar zijn mateloos hart kan alleen verzadigd worden door onvergankelijke waarden, door God zelf.

In deze menselijke situatie klinkt de boodschap: God heeft Jezus uit de dood opgewekt en ieder die sterft in geloof aan Hem, zal eeuwig leven. In de verrijzenis van Jezus heeft God bewezen dat zijn macht bij de dood van de mens niet ten einde is, dat de dood niet het laatste woord zal hebben in ons leven. In de verrijzenis van Jezus wordt het duidelijk dat Hij de macht bezit om onvergankelijk leven te schenken aan alle mensen. Daar waar mensen kunnen geloven in de verrijzenis van Jezus, daar begint een nieuwe schepping. Een christen gelooft sterker in de almacht van God dan in de vernietigende kracht van de dood. Zeker, wij zullen allemaal door de dood heen moeten gaan, wij kunnen de dood niet ontvluchten; maar wij geloven dat de dood het begin kan worden van een nieuw bestaan.

Is het voor ons zo moeilijk om dit te geloven? Wil eigenlijk niet elke mens in het diepst van zijn wezen verder-leven, over-leven? Ligt dat niet als het ware in het wezen van elke mens? De meest primitieve mensen hebben hun doden toch al voedsel meegegeven en het spiritisme is al zo oud als de wereld. Is dan in die wens die we op het lint van de lijkkrans drukken: ‘tot weerziens', niet een diep verlangen en een gelovig verwachten uitgedrukt? Kun je geloven, dat alles gedaan is met de dood, als je echt van iemand gehouden hebt?

Neen, geloven in het eeuwige leven is niet moeilijk, maar het is wel iets geweldig. Wij kunnen het zelf niet waarmaken en wij kunnen hier onder de mensen niemand vinden, die het voor ons waar kan maken. Maar juist daar, waar iedereen zwijgen moet, verkondigt de Kerk de belofte van Jezus: Ik ben de verrijzenis en het leven, wie in Mij gelooft, ook al is hij gestorven, hij leeft! Zo valt het licht van de verrijzenis reeds op het graf van onze doden. De witte bloemen op het graf zijn voor ons de aankondiging van het nieuwe leven dat Jezus geven zal. Voor de gelovigen is het graf slechts een kleedkamer, waar de mens zich ontdoet van het kleed van de sterfelijkheid om zich te bekleden met het witte kleed van de onsterfelijkheid.

Zeker, wij wenen en treuren ook omdat wij diegene moeten missen, die wij eigenlijk niet kunnen missen, maar ook deze droefheid wordt reeds verlicht door het geloof in Jezus' verrijzenis. ‘Gij moogt niet treuren', zegt Sint Paulus, ‘zoals de heidenen, die geen hoop hebben'.

Laten wij proberen ons te troosten met deze gedachte, want Jezus is verrijzenis en leven voor ons allen.