Maria en de Heilige Geest

Laten we samen even nadenken over Maria, de Moeder Gods en over de H. Geest. Wij zijn in de meimaand, de maand aan O.L.Vrouw toegewijd, en tegelijk bereiden wij ons voor op de komst van de Heilige Geest met Pinksteren.

Toen Jezus gedoopt werd, daalde de Geest van God op Hem neer.
Zo lezen we in het evangelie. We weten wel dat Jezus reeds voordien door Gods Geest werd bewogen. En toch, niettegenstaande dat, heeft het doopsel een bijzondere plaats in zijn leven. Heel Jezus' openbaar leven kreeg vanuit zijn doopsel een eigen richting en volheid. Voortaan zal Jezus niets doen tenzij vanuit de kracht van de Geest.

En inderdaad wat verder lezen we bij Lucas dat Jezus door de Geest naar de woestijn wordt gevoerd, waar Hij veertig dagen verbleef om er te bidden en na te denken. En verder staat er: "In de kracht van de Geest keerde Jezus terug naar Galilea, en men sprak over Hem in heel de streek."

We mogen aannemen dat heel zijn verder leven Jezus werd gestuwd door diezelfde Geest. Die Geest, het is God zelf bij Hem, d.w.z. Gods kracht, Gods inspirerende aanwezigheid. Die Geest geeft Hem licht en sterkte. Door de kracht van de Geest is Hij in staat zieken te genezen...
Jezus is niet de enige in wie de Geest van God werkzaam is. Wij weten dat die ook werkzaam was bij de profeten van het Oude Testament. Het wordt ook uitdrukkelijk gezegd over de oude Simeon:
"Door de Geest gedreven was hij naar de tempel gekomen", namelijk om Jezus te begroeten als de lang beloofde Messias. Ook over Elisabeth en over Zacharias kwam Gods Geest.

Mogen wij dan niet zeggen dat ook MARIA in haar leven op een bijzondere wijze werd bewogen door de Geest ?
Het werk van de Menswording wordt toegeschreven aan Gods Geest. Jezus is niet een gewoon kind van mensen. En ook bij de uitoefening van haar taak als moeder wordt zij geleid door de Geest. Jezus groeide uit als een volkomen gave mens. Dat veronderstelt dat zijn ouders in diepe liefde met elkaar verbonden waren en dat ze Jezus omringden met wijsheid en liefde. Als mens leerde Jezus veel van zijn ouders, en zeker van Maria, want zij was toch bijzonder begenadigd. Maar op haar beurt heeft Maria veel geleerd van haar goddelijke Zoon. Zij kende wel niet het diepe mysterie van zijn wezen, maar zij heeft het groeiend moeten aanvoelen dat de heilige God op een bijzondere wijze aanwezig was in Jezus.

Zo gaat het in het leven: kinderen worden groot dank zijn hun ouders. Op een bepaald ogenblik leren de ouders ook veel van hun kinderen. Dat is zeker ook het geval geweest in Nazareth.

Eens Jezus zijn openbaar leven begint, is Maria de eerste die in Hem gelooft. Johannes vertelt hoe Jezus te Kana het wijnwonder verricht. Tot slot zegt hij: "En zijn leerlingen geloofden in Hem".
Zij geloofden slechts omdat zij een machtig teken hadden gezien. Maar Maria geloofde al van tevoren. Zij heeft toch gezegd: "Doe maar wat Hij u zeggen zal". Ge