Gelezen: uit het boek der Handelingen van de Apostelen (1, 12-14), Psalm 117, uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Galaten (4, 4-7) en uit het Lucas-evangelie (1, 26-38).
Non sono sicuro se Lei verrebbe ricevuto 'per la città' con molto calore perché le ferite sono profonde e I'ostilità grande.
Afgelopen week, dierbare gasten en parochianen van deze vandaag feestvierende Rozenkranskerk, afgelopen week heb ik de stoute schoenen aangetrokken: ik heb een brief gestuurd aan onze nieuwe prachtige en heerlijke heilige vader paus Franciscus. Heel bijzonder is dat natuurlijk niet, want de paus krijgt naar verluidt tweeduizend brieven per dag, maar toch: voor mij was het de eerste keer dat ik ertoe geïnspireerd werd om een paus te schrijven en ik heb het nu dus echt gedaan. In het Italiaans heb ik 't zo goed mogelijk geformuleerd. En aan een in Italië geboren Amsterdammer heb ik gevraagd om de tekst te corrigeren. Maar de kans dat de ogen van de paus zélf wérkelijk over de woorden zullen gaan is natuurlijk zéér klein. Mijn brief is een speld in een hooiberg. Van de andere kant: nooit geschoten is altijd mis. En er zíjn in de achter ons liggende maanden mensen geweest die het tot hun stomme verbazing hebben meegemaakt: Anna Romano, een wanhopige zwangere vrouw, en de niet-gelovige journalist Eugenio Scalfari van de krant La Reppublica. Beiden schreven aan de paus een brief. En bij beiden rinkelde op een dag hun telefoon en was de paus zelf aan de lijn. En dan werd afgelopen week bekend dat een brief aan de paus van een groep Kairos uit Florence, een groep van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen; dat zij van de paus een met de hand geschreven brief terugontvingen. De inhoud van beide brieven is niet bekend gemaakt, maar wel dat de paus de mensen in kwestie zijn "zegenende groet" deed toekomen. Miracolo! Er zijn allerlei signalen dus dat die karrenvracht aan dagelijks binnenkomende post toch niet geheel aan de aandacht van de paus ontsnapt. En dat is zeer opmerkelijk. Dat deze paus persoonlijke aandacht heeft voor heel gewone mensen. Hoe bestaat het...
Dus ik dacht veelgeliefden: dan kan ik ook wel een kansje wagen. In díe lotto doe ik graag mee. Ik heb de paus dus geschreven. Onder andere heb ik geschreven dat het fantastisch zou zijn als hij als paus een bezoek aan Amsterdam zou brengen. In het voorjaar van 1971 was hij al eens hier. Hij wás toen al Jezuïet en nog niet zo lang priester.
De paus in Amsterdam? Ja, maar: Non sono sicuro se Lei verrebbe ricevuto 'per la città' con molto calore perché le ferite sono profonde e I'ostilità grande. Dat betekent: "Ik weet niet zeker of u 'door de stad' met veel warmte ontvangen zou worden, want de wonden, door de kerk bij mensen geslagen, zijn diep en de vijandigheid, tegen de kerk, is groot."
Ja veelgeliefden, zo is het denk ik. Zo ís de situatie waar wij als kerk in deze stad en in dit land mee te maken hebben. Afgelopen week ben ik geïnterviewd door Hans Kuitert van De Telegraaf. Gisteren stond de tekst in de krant, nota bene een hele pagina. Ik heb 'm achter in de kerk tegen een pilaar gehangen. De hoofdtekst is vóór publicatie door mij gecheckt en geaccordeerd. Het in rood gevatte intro-tekstje, over de foto heen, níet. In díe tekst staan enkele onjuistheden en wat daar staat komt wat blufferig over. Dat u het maar weet... Op de website van de krant staan inmiddels 36 reacties. En van die reacties, veelgeliefden, daar word je eerlijk gezegd niet vrolijk van... Ze zijn denk ik een bevestiging en illustratie van wat ik aan de paus schreef: le ferite sono profonde e I'ostilità grande, "de wonden zijn diep en de vijandigheid groot". Ik geef een paar citaten.
Iemand schrijft: "Hoe goed ook een paus nu zou mogen zijn, dat verandert een tot op het beenmerg verziekte katholieke kerk niet meer, niet voldoende. En als het al gebeurt, veel en veel te laat. Het vertrouwen, gezag, geloof in goede doen, alles is reeds weg, en de weldenkende mens gelooft enkel nog in zijn eigen kunnen." Een ander schrijft: "Wie gelooft er nog in sprookjes?" Weer een ander: "Voor mij is elke katholiek een museumstuk. De religies die wij kennen hebben geen enkele toegevoegde waarde voor de mensheid. Zelfs het tegendeel acht ik bewezen!"
Enkele citaten, dierbare gasten en parochianen, enkele citaten die denk ik de omstandigheden tekenen waarin wij vandaag dit rozenkransfeest vieren. "Men" gelooft er niet meer in: niet in God en in de kerk nog veel minder. Weínigen geloven er nog in.
Wat moeten we ermee? Wat willen we ermee? Ja, wat willen wíj er mee? Geloven u en ik wél? Wij zijn hier, nu, dus je zou het kunnen denken... Maar... waarop zou dat geloof van ons dan gebaseerd moeten zijn?
Op het bewustzijn wellicht dat ook wij zoals wij hier vandaag bijeen zijn als kring van mensen; dat wij deel uit maken van de lange keten van mensen doorheen de tijd, een keten die teruggaat naar dat allereerste clubje waarover wij hoorden in de eerste lezing vandaag, dat clubje van mensen die na de ervaring van Jezus' dood en verrijzenis bijeenkwamen in die bovenzaal in Jeruzalem: "Zij bleven trouw en eensgezind in gebed, samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en zijn broers." Trouw en eensgezind in gebed, met Maria, ook wij vandaag.
Misschien ervaren wij ook waarover de apostel Paulus schreef in de tweede lezing vandaag: "God heeft de geest van Zijn Zoon in ons hart gezonden, die roept: Abba, Vader!" Ervaart u iets van zo'n geest in uw hart?
En dan de evangelietekst die wij gehoord hebben: "De engel trad bij haar", bij Maria, "binnen." Is die engel ook bij u binnengekomen dierbare gasten en parochianen? Of: komt zo'n engel ook wel eens bij ú binnen? "Verheug u, begenadigde, de Heer is met u" sprak de engel tot Maria. Kunt u zoiets ook ervaren? Dat u een begenadigd mens bent? Omdat de Heer met u is, omdat de Heer óók met ú is? En dat u zich dus verheugen mag zoals Maria? Het zijn maar vragen veelgeliefden. Het zijn maar vragen. En iedereen geve op die vragen zijn en haar eigen antwoord.
Gisteravond heb ik door de regen gelopen, nogal onder de indruk moet ik u bekennen van al die negatieve reacties op mijn interview op de website van De Telegraaf. Ik liep door de regen, maar ik liep daar niet alleen. Ik liep met de rozenkrans. En die verbindt mij, zondaar, met Maria, met Jezus, met God. Ja, dat geloof ik eenvoudig, dat is mijn geloof. En regelmatig mag ik het ook zo erváren, de rozenkrans biddend. Jij bidt de rozenkrans. Je laat de kralen door je vingers gaan. Maar dan keert het soms plotseling óm: dan houd jij niet langer die rozenkrans vast, maar dan houdt die rozenkrans jou vast. Een ketting die je verbindt met de hemel, dat is de rozenkrans. De engel trad bij Maria binnen. De boodschap van die engel bracht Maria "geheel in verwarring" zo hoorden wij. Wat die engel haar zegt is iets ongehoords, ja iets onmogelijks. "Maar hoe moet dat dan?" zei Maria tegen de engel. "Voor God is niets onmogelijk" zo klinkt als antwoord. En dan zegt zij: "Ik ben de dienares van de Heer, laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt." Maria zegt "ja". Schoorvoetend geeft zij zich over, vertrouwt zij zichzelf toe aan die "blijde boodschap" van de engel.
En wij? U? Ik? Durft u, durf jij, durf ik nog te geloven dat het onmogelijke mogelijk is en "ja" te zeggen tegen God, tegen zijn engel, tegen zijn boodschapper? Bijna iedereen op de website van De Telegraaf zegt "nee" - op een enkeling na. En met het geluid van zo'n enkeling, Marijke de Lange, wil ik graag besluiten. Op de website van De Telegraaf schrijft zij in reactie op het interview het volgende:
"In Nederland zijn kerken stenen gebouwen met een dichte deur. Geen warme plek waar je je welkom voelt, een kaarsje kunt branden, waar je kunt bidden en waar je de nabijheid van God voelt. Zijn aanwezigheid voel je eerder buiten, in de door Hem geschapen natuur. Niet in het Godshuis, waar het de bedoeling zou zijn. Ik hoop dat deze paus de kerk weer levend en eerlijk kan maken (...). Hij lijkt mij er de juiste persoon voor. Ik bid voor hem." Deze reactie van Marijke krijgt toch maar mooi twaalf likes en slechts twee dislikes (twaalf mensen zijn het met haar eens en twee niet). Kijk, dat geeft de burger en zeker de gelovige toch weer moed. Marijke is een vrouw die bidt. Zij is een vrouw die nog durft te geloven in wat onmogelijk lijkt. Marijke is een vrouw naar mijn hart! Mogen wij veelgeliefden zélf mensen zijn - naar Gods hart, naar dat van Jezus, naar dat van Maria. Amen.