Betere tijden? (2010)

Vrijdag 13 juli zag ik op het journaal dat de economie de goede richting uitgaat: Grote grijpers aan het werken, er zullen nog grotere schepen de haven aandoen. In de haven van Rotterdam zijn ze dik tevreden: in grote cijfers prijkten de onverwacht hogere getallen van in- en uitvoer.
Mogen de mensen nu ook weer uitzien naar betere tijden? Het zal zeker wat harder werken vragen, hier en daar nog wel wat minder extra's, er blijven nog steeds werklozen en die eeuwige vergrijzing en criminaliteit. En de politiek houdt rekening met noodzakelijke bezuinigingen van vele miljarden.
Mogen we dan nog spreken over betere tijden, ook voor de mensen?
In Juni gebeurde er iets in mijn kop en ik moest opgenomen worden. Wat ik me uit die eerste dagen het beste herinner: naar mensen die mij bezochten stak ik mijn handen uit om ze vast te houden, als een drenkeling. Dat deed me goed.
Dat gebaar is me bijgebleven: ik steek nu nog graag mijn handen uit om ze even te laten vasthouden. En ik keek mensen in de ogen en daar werd ik beter van.
Nu de economie weer aantrekt, moeten onze handen harder gaan werken, bouwen, construeren en exporteren. En de immense bezuinigingen dwingen ons minder van de staat te verwachten dan we gewend waren. De verzorgingsstaat door Vader Drees in de jaren 1948-1958 gesticht, en de tijd dat we elkaar als mensen niet nodig hadden zoals lang geleden, zouden weleens voorbij kunnen zijn.
Niet meer rekenen op allerlei financiƫle steun, maar de handen naar elkaar uitsteken voor steun, dat was nog niet zo heel lang geleden heel gewoon.
Het zal hard vallen. Je schaamt je misschien iemand te vragen je handen vast te houden. Dat zal ons geen betere tijden brengen, wel heel nieuwe mensen en onverwachte steun en schatten...van mensen.
En misschien komt er een beeld bij je op: handen, groter en sterker dan de onzen, en soms durf je toe te geven aan je vreemd gevoel dat die bestaan.